Het poëziealbum
Heel af en toe wil ik nog weleens door mijn twee poëziealbums heen bladeren. Hoe spannend was het niet om je uitgeleende ‘poesiealbum’ (de Duitse benaming) weer terug te krijgen. Was er iets moois van gemaakt of werd het hele album nu verprutst door gekras en spelfouten?! Of nog erger: helemaal schots en scheef geschreven. En dat ondanks de waarschuwing voorin het album: ‘Wie in mijn album schrijft moet zorgen dat het netjes blijft!’
Het poëziealbum kent een lange geschiedenis in de vorm van het ‘album amicorum’, het ‘vriendenboekje’, waarschijnlijk ontstaan in de zestiende eeuw aan de protestantse universiteit van Wittenberg. De studenten, op een enkele uitzondering na alleen mannen, maken veelal academische rondreizen als sluitstuk van hun opvoeding en vaak ter voorbereiding op een bestuurstaak. Zij laten hun Bijbels signeren door medestudenten en hoogleraren. Vaak gaat de handtekening vergezeld met een kort versje of een tekening.
Al snel wordt deze trend opgemerkt door drukkerijen, die Bijbels gaan drukken met meerdere blanco pagina’s voorin. Hierop volgen niet veel later de boekjes met alleen blanco pagina’s, het ‘Stammbuch’ of ‘Album Amicorum’.
De bijdragen in het album amicorum vormen een steeds uitbundiger wordende verzameling van klassieke spreuken, gedichten in vreemde talen, handtekeningen, tekeningen en wapenschilden van vrienden, medestudenten, hoogleraren en bekende geleerden als aandenken voor de bezitter en tevens als een soort universitair curriculum vitae.
Het gebruik wordt ook overgenomen door aristocraten, handelaren en kunstenaars, waarmee het album amicorum een statussymbool wordt; een uiting van een gerespecteerde vriendenkring en zakelijke relaties. Via Oost-Nederland komt het album amicorum naar ons land en is het in de zeventiende eeuw populair in adellijke studentenkringen.
In het midden van de negentiende eeuw verandert het uiterlijk van het album. Het wordt een soort cassette met losse blaadjes. Dit losbladig systeem is geen groot succes en men gaat weer over op een echt boekje. Tegelijkertijd verliest het de belangstelling van de ‘herenwereld’ en wordt het album amicorum opgepikt door jonge vrouwen van stand. Hun vrienden schrijven gedichtjes en spreuken in moderne talen, opgesierd met borduur-, knip- en prikwerkjes, tekeningetjes en plaatjes in de Biedermeier-sfeer. Aan het eind van de negentiende eeuw is het geworden tot wat wij nu kennen: een poëziealbum voor jonge meisjes.
Een poesiealbum geeft zeker voor het nageslacht een uniek kijkje in de persoonlijke relaties, de bezochte scholen en de vrijetijdsbesteding. En soms tref je zelfs voorin het album de eerste opzet van een stamboom aan!
Dit album is van mij
zolang ik hoop te leven.
…. is mijn naam
mij door de doop gegeven.
…. is de achternaam
van mijn vaders stam.
…. is de plaats
waar ik ter wereld kwam.
Tekst: Uit de oude Koektrommel
Bronnen: DBNL, Wikipedia en Kunst en Cultuur