Oude valuta
In archiefstukken kunt u geldsommen tegenkomen die genoteerd zijn in oude valuta. De waarde was geheel afhankelijk van de periode en het gebied. Om enig idee te krijgen van de diverse muntsoorten vindt u hieronder een overzicht waarmee u een globale schatting van de waarde kunt maken.
Vóór 1816
Vanaf 1816
Omzethulp
1 achtentwintig (klapmuts) = 1 zilveren florijn
1 adelaarsgroot = 1 groot
1 albertijn = 1/3 dukaat
1 albus (witte) = 2 schelling
1 Arnoldusgulden = 10½ (zilveren) stuivers
1 blanke écu = 5 Franse frank
1 botdrager = 20 dubbele groot
1 botje = ½ dubbele groot
1 Bourgondische dubbele stuiver = 1 stoter
3 Brabantse groten = 1 stuiver
1 Brabantse gulden = 20 stuivers
1 Brabantse mijt = 1½ Vlaamse mijt
9 Brabantse mijten = 1 duit
72 Brabantse mijten = 1 dubbele groot
1 Brabantse plak = 1 groot = 24 Brabantse mijten
3 Brabantse plakken = 1 stuiver
1 Brabantse pond = 240 Brabantse groten = 4 gulden
1 Brabantse stuiver = 1 dubbele groot
1 Brabantse stuiver = 72 Brabantse mijten
4 Brabantse stuivers = 15 butkens
1 braspenning = 2 groot, later 2½ groot
1 briquet (vuurijzer) = 1 stuiver
1 butken = ½ dubbelgroot
15 butkens = 4 Brabantse stuivers
1 Caroligulden = 20 stuivers = 160 duiten = 320 penningen
1 daalder = 30 stuivers = 1½ gulden
1 denarius = 10 as, later 16 as
1 denier (afkorting d. of den.) = 1 penning = 1/16 stuiver
12 deniers artoois = 1 stuiver
1 Deventer butken = 4 plakken
1 drachme = 6 obolen
1 drieguldenstuk = 60 stuivers
1 dubbele albertijn = 2/3 dukaat
1 dubbele groot = 1 witpenning = 1 stuiver = 1/20 Rijnlandgulden
1 dubbele jager = 4 stuivers
1 dubbele mijt = 1 obool = 1 halfpenny
1 ducaton (zilveren dukaat) = 60 stuivers = 3 gulden
1 duit = 2 penningen = 1/8 stuiver = 6 Vlaamse mijten = 9 Brabantse mijten
2 duiten = 1 Indische duit
8 duiten = 1 stuiver
1 dukaat (goud) = 5 gulden
1 dukaat (zilver) = 50 stuivers
1 écu (schild/Franse kroon) = 3 Franse ponden (libra/livre)
1 Engelse groat = 2½ stuiver
1 flabbe = 4 Groningse stuivers
1 florijn (goud) = 1 (goud)gulden
1 Franse groot = 12 zwarte Tournooisen (denier tournois)
1 Franse kroon (écu/schild) = 3 Franse ponden (libra/livre)
1 Franse pond (libra/livre; afkorting £, £b of L.) = 22 sols, later 20 sols
1 gosseler = ½ stuiver
1 gouden dukaat = 5 gulden
½ gouden rijder = 7 gulden
1 gouden rijder = 6 gulden, later 10 gulden en 2 stuivers en 14 gulden
1 Groningse stuiver = 3/4 Brabantse stuiver
1 groot = 1 penning
1 groot Vlaams = 1 denier = 12 Franse deniers
40 (XL) groot Vlaams = 1 gulden
1 grootken = 4 penningen
1 gulden = 20 stuivers = 80 oorden = 160 duiten = 320 penningen = 1 pond artoois
1 Habsburgse vlieger = 4 stuivers
1 halve gulden = 10 stuivers
1 Hollandse pond = 20 stuivers
1 Indische duit = 2 duiten
1 jangelaar (Vlaams) = 1 dubbele groot
1 Karolingisch zilverpond (406½ g) = 20 schellingen
1 Karoligulden = 20 stuivers = 160 duiten = 320 penningen
1 klapmuts (achtentwintig) = 1 zilveren florijn
1 kleine denarius = ½ denier
1 korte = 1/24 stuiver = 2 Vlaamse mijten = 3 Brabantse mijten
1 kromstaart = 32 penningen
1 leeuwendaalder = 32 stuivers, later 38 en 42 stuivers
1 leicesterstoter = 1/20 reaal
1 libra (livre/Franse pond; afkorting £, £b of L.) = 22 sols, later 20 sols
1 livre (libra/Franse pond; afkorting £, £b of L.) = 22 sols, later 20 sols
1 maille = 1 kleine denarius
1 negenmanneke = 1 duit = 1 zeskin
1 nobel = 50 stuivers
1 obool= ½ denarius
1 oord = 1 oortje
1 oortje = 2 duiten = 1/4 stuiver
1 patagon = 48 stuivers
1 peerdeken = ¼ snaphaan (zilveren schild)
1 penning = 1 denier = 1/16 stuiver
2 penningen = 1 duit
1 Philipsdaalder = 2½ gulden
1 Philippusgulden = 25 stuivers, later 28 stuivers
1 plak = 8 penningen
1 pond artoois = 1 gulden
1 pond groten Brabants = 4 guldens
1 pond groten Vlaams = 6 guldens
1 pond lovens = 2 3/8 gulden, meestal berekend als 2½ gulden
1 pond parisis = ½ gulden
1 pond sterling = 7 Pruisische daalders = 20 shilling = 100 pence
1 pond tournoois = 1½ gulden
1 pond zilver (ca. 409 gram) = 20 schellingen
1 pond zwarte = 1 1/3 gulden
1 prinsendaalder = 42 stuivers, later 45 stuivers
1 Pruisische daalder = 30 groschen
1 Raderalbus = 2 schellingen
½ reaal = 30 stuivers
1 reaal = 60 stuivers
1 Reichsthaler = 50 groschen
1 rijderschelling (ongeklopt) = 5½ stuiver
1 rijksdaalder = 50 stuivers = 2½ gulden
1 Rijnlandgulden = 20 dubbele groot
1 Rijnse goudgulden (keurvorster goudgulden) = 28 stuivers
1 schelling = 6 stuivers
1 schelling artoois = 1 stuiver
1 schild (écu/Franse kroon) = 3 Franse ponden (libra/livre)
1 shilling = 1/20 pond sterling
1 snaphaan(schelling) (zilveren schild) = 6 stuivers
1 soeverijn = 6 gulden, later 7 gulden
1 sol (solidus; afkorting s.) = 12 penningen
1 sou = 1 sol
1 stoter = 2½ stuiver = 12½ cent
1/4 stuiver = 1 oortje
1/8 stuiver = 1 duit
1 stuiver = 8 duiten
1 vierduitstuk = 1 plak = ½ stuiver
1 vierlander = 1 dubbele groot
1 Vlaamse groot = 12 Vlaamse deniers = ½ stuiver
40 (XL) Vlaamse groten = 1 gulden
1 Vlaamse jangelaar = 1 dubbele groot
1 Vlaamse mijt = ½ Vlaamse denier
2 Vlaamse mijten = 1 korte
1½ Vlaamse mijt = 1 Brabantse mijt
48 Vlaamse mijten = 1 dubbele groot
1 Vlaamse pond = 20 Vlaamse schellingen = 240 Vlaamse groten = 6 guldens
1 Vlaamse schelling = 12 Vlaamse groten = 6 stuivers
1 vlieger = 1 stuiver
1 vlies = 3 stuivers
1 voetdrager = 1 groot
1 vuurijzer (briquet) = 1 stuiver
1 witpenning = 1 dubbele groot
1 witte (albus) = 2 schelling
1 zesthalf (ongeklopte rijderschelling) = 5½ stuiver
1 zeskin = 1 duit = 1 negenmanneke
1 zilveren dukaat = 1 ducaton
1 zilveren florijn = 28 stuivers
1 zilveren leeuw = 3 gulden
1 zilveren rijder = 60 stuivers = 3 gulden
1 zilveren schild (snaphaan) = 6 Gelderse stuivers
Vanaf 1816
1 rijksdaalder = 2½ gulden = 10 kwartjes = 25 dubbeltjes = 50 stuivers = 250 centen = 500 halve cent
1 gulden = 4 kwartjes = 10 dubbeltjes = 20 stuivers = 100 centen = 200 halve centen
1 halve gulden = 2 kwartjes = 5 dubbeltjes = 10 stuivers = 50 centen = 100 halve centen
1 kwartje = 2½ dubbeltje = 5 stuivers = 25 centen = 50 halve centen
1 dubbeltje = 2 stuivers = 10 centen = 20 halve centen
1 stuiver = 5 centen = 10 halve centen
1 cent = 2 halve centen
1 halfje = ½ cent
Ná 28 januari 2002:
1 euro = 2,20371 gulden
Enkele populaire benamingen
f 0,005 = halfje
f 0,01 = cent/spie/spieker/spaander/spijker
f 0,025 = plak/plakker
f 0,05 = stuiver
f 0,10 = dubbeltje/duppie/bas/beissie/beessie/beestje/hondje/nikkeltje/blikkie/witje
f 0,125 = stoter
f 0,20 = kwintje/klavertje
f 0,25 = kwartje/heitje/heiterik/maffie
f 1,- = piek/bal/pegel/pegulant/piekelman/man met de stok/s(j)oof/voorwiel/pop/scheer
f 1,50 = daalder/lammetje
f 2,50 = rijksdaalder/knaak/achterwiel/riks/karrenwiel
f 5,- = vijfje/fiets/dikke stuiver (soms ook: bas/beissie)
f 10,- = tientje/joet/juut/mattenklopper/prent (soms ook: s(j)oof)
f 25,- = geeltje/gele rug/gele brief/gele flap
f 50,- = zonnebloem/bram(metje) (soms ook: s(j)oof)
f 100,- = bank(je)/meier/mud/mutje/snip (soms ook: s(j)oof)
f 250,- = vuurtorentje
f 1000,- = (rooie) rug/rooitje/krant/kop/groene prent
Omzethulp
Vergelijking koopkracht gulden
Een vergelijking van de koopkracht van de gulden vanaf het jaar 1450 met een ander jaar kunt u eenvoudig maken via het programma van het International Instituut voor Sociale Geschiedenis of vanaf 1900 via het programma van het Centraal Bureau voor de Statistiek.
N.B. De conversietool van gulden naar euro op de website van het IISG is opgeheven. Deze tool zou een te ongenuanceerd beeld geven. (Zie uitleg IISG). Zelf beschik ik over een werkende versie voor eigen gebruik. Mocht u een omrekening wensen dan kunt u met mij contact opnemen via het contactformulier.
Koopkracht dollar en Britse Pond
Voor de koopkracht van de dollar en het Britse Pond kunt u terecht op:
Koopkracht van de dollar van 1774 tot heden.
Koopkracht van het Britse Pond van 1270 tot heden.
Euroconverter
Via de Euroconverter kunt u omrekenen van Euro naar andere valuta en vice versa: Belgische frank, Nederlandse gulden, Duitse mark, Finse mark, Franse frank, Ierse pond, Italiaanse lire, Luxemburgse frank, Oostenrijkse shilling, Portugese escudo en Spaanse peseta.
Valuta-omzetter
Deze eenvoudige valuta-omzetter biedt nauwkeurige wisselkoersen voor meer dan 160 wereldvaluta’s.
© Uit de oude Koektrommel