Header Uit de oude Koektrommel

Bakkersgezel Peter Andreas Glassmeijer

 
Peter Andreas wordt geboren op 11 mei 1832 in het Duitse Osterledde en dezelfde dag in de Rooms-Katholieke St. Mauritiuskerk van Ibbenbüren gedoopt. Hij is de zoon van mijnwerker Georg Heinrich Glassmeijer en Anna Maria Elisabeth Heman.

 

Doop P.A. Glassmeijer

Doopinschrijving van Peter Andreas Glassmeijer.
Bron: Matricula Online

 
Met op zak het ‘Wanderboek No. 39’, afgegeven op 8 april 1852 door de Landraad te Tecklenburg, meldt hij zich, conform de gestelde verplichting in de Vreemdelingenwet van 1849, bij de Amsterdamse politie voor het aanvragen van een reis- en verblijfpas. Daar wordt hij op 10 mei 1852 voor de eerste keer ingeschreven in het vreemdelingenregister. Tot 25 februari 1853 wordt zijn pas nog twee keer voor drie maanden verlengd. Hij lijkt hierna terug te keren naar Duitsland, aangezien zijn volgende inschrijving in het vreemdelingenregister dateert van 29 april 1857. Niets is minder waar. In de tussenliggende jaren is hij terug te vinden op diverse aansluitende adressen in het Amsterdamse bevolkingsregister.

 

Vreemdelingenregister

Inschrijving in het vreemdelingenregister van Amsterdam.
Bron: Stadsarchief Amsterdam

 
Het ‘Wanderbuch’ was een officieel document, veelal uitgegeven aan (handels)reizigers of aan een gezel, die ter afsluiting van zijn opleiding of leertijd als ambachtsman in de leer ging bij een meester. Naast de noodzakelijke informatie als naam, beroep, plaats van herkomst, geboortedatum en veelal een medische verklaring dat de gezel geen besmettelijke ziekte bij zich droeg, bevatte het Wanderbuch tevens een beschrijving van het signalement. De blanco pagina’s in het boekje waren bestemd voor de lokale autoriteiten om hun stempel van goedkeuring af te geven en voor de werkgevers om aan het einde van de dienstbetrekking de vorderingen van de werknemer in te beschrijven.
Bij vertrek uit de stad werd door de lokale autoriteit een stempel van goedkeuring afgegeven en de datum van vertrek uit de stad en de volgende geplande stad genoteerd in het Wanderbuch. Dit laatste diende ter controle voor de volgende plaats die werd aangedaan, aangezien men vreesde voor dagenlange bedeltochten van de reiziger. Bij juist gebruik van het boekje was precies de afgelegde route van de gezel terug te vinden aan de hand van de vermelde steden waar hij zich (tijdelijk) vestigde.
Het Wanderbuch bleef in het bezit van de gezel en werd nergens gedocumenteerd of gearchiveerd. De bewaard gebleven boekjes zijn dus veelal binnen de familie terug te vinden, alhoewel tegenwoordig een toenemend aantal in Duitse bibliotheken en archieven opduiken.

 

Wanderbuch

Enkele bladzijden uit het Wanderbuch van Albert Strauß (1816).
Bron: Wikimedia Commons (Licentie: Public Domain)

 
In Amsterdam moest de reis- en verblijfpas elke drie maanden verlengd worden. In het register was aanvankelijk ruimte voor drie verlengingen, waardoor de vreemdeling met één inschrijving dus een jaar in de stad kon blijven. Bij een langer verblijf moest de pas vernieuwd worden en werd de vreemdeling opnieuw ingeschreven in het vreemdelingenregister.

In het vreemdelingenregister wordt voor Peter Andreas als beroep vermeld ‘bierbrouwer, thans ‘bakker’. De reden van zijn verblijf is het uitoefenen van zijn beroep. Peter Andreas heeft een lengte van één meter zeventig, een hoog voorhoofd, een ovaal aangezicht, blauwe ogen, een stompe neus, een matige mond, een gezonde kleur en donkerblond haar en wenkbrauwen en later in zijn leven een donkerblonde baard.

 

Vreemdelingenregister

Gedeelte uit het vreemdelingenregister.
Bron: Stadsarchief Amsterdam

 
Doorgaans kreeg een gezel niet betaald voor zijn diensten, maar werkte tegen kost en inwoning. Dat zal voor Peter Andreas ook het geval zijn geweest. Zijn eerste verblijf in Amsterdam is ten huize van de zelf uit Duitsland afkomstige broodbakker Joseph Bernhard Grafwinkel aan de Haarlemmerdijk 323 bij de Korte Singel, waar Peter Andreas tot februari 1853 zal wonen. Vanaf 28 mei 1859 gaat hij in de leer bij broodbakker J. van Eden aan de Weesperstraat en van 14 juni 1860 tot aan zijn huwelijk is zijn werkgever broodbakker Vincent Ledoux aan de Kalverstraat 66.

Op 11 mei 1864 trouwt hij in Amsterdam met de Amsterdamse Johanna Maria Elisabeth Huver en valt daarmee niet langer onder de Vreemdelingenwet. Het stel krijgt vijf kinderen, waarvan het oudste zoontje met vijftien maanden komt te overlijden aan zware koortsen als gevolg van bronchitis. Eind mei 1880 verhuist het gezin van Amsterdam naar Nieuwer-Amstel, waar Peter Andreas zijn werk als broodbakker voortzet, om vervolgens op 1 mei 1896 weer naar Amsterdam terug te keren. Daar overlijdt Peter Andreas in het huis aan de Lindengracht 94 op 7 oktober 1904 aan Nephritis chronica, Emphysema pulmonum.

 

Overlijdensakte Peter Andreas Glassmeijer

Overlijdensakte van Peter Andreas Glassmeijer.
Bron: Stadsarchief Amsterdam


 
Overlijdensverklaring Peter Andreas Glassmeijer

Overlijdensverklaring van Peter Andreas Glassmeijer.
Bron: Stadsarchief Amsterdam


 
 
Tekst: © Uit de oude Koektrommel
Bronnen: Stadsarchief Amsterdam, forum.genealogy.net, GenWiki en Wikipedia